U bent hier
Onbegrijpelijk: CD&V-bestuur veegt vreemdelingentaks van tafel
Op aangeven van toenmalig staatssecretaris voor Asiel en Migratie Theo Francken (N-VA) voerde de regering in 2017 de wet in waardoor de gemeente een retributie kan vestigen op het vernieuwen, verlengen of vervangen van het bewijs van inschrijving in het vreemdelingenregister – tijdelijk verblijf, de zogenaamde elektronische A-kaart. Het besluit legde het maximumbedrag vast op 50 euro.
Gemeentebesturen kunnen voor bepaalde prestaties en diensten die voor de administratie arbeids- en tijdsintensief zijn en die in het individueel belang of voordeel zijn van degene die om die prestatie of dienst verzoekt, een billijke vergoeding vragen. Het vernieuwen, verlengen of vervangen van een verblijfsvergunning, in casu het afleveren van het bewijs van inschrijving in het vreemdelingenregister – tijdelijk verblijf, is een dienstverlening van de gemeente aan de burger waarvoor een retributie kan worden gevraagd. Deze retributie staat volledig los van de kost voor de materiële aanmaak van de vreemdelingenkaart.
De nieuwe gemeentelijke retributie komt bovenop de eenmalige federale vreemdelingentaks. Die geldt voor alle buitenlanders die zich hier vestigen, met uitzondering van EU-burgers, minderjarigen, erkende vluchtelingen, internationale beursstudenten en mensen die om medische redenen worden geregulariseerd.
De retributie mag niet meer dan 50 euro bedragen. Dat extra bedrag moet in de eerste vijf jaar wel elk jaar opnieuw worden betaald. Daarna krijgen buitenlanders onbeperkt verblijfsrecht, waardoor hun nieuwe kaart meteen goed is voor vijf jaar.
Het CD&V-bestuur veegde de vreemdelingentaks van tafel.
“De administratie rond verblijfskaarten is een pak complexer dan voor identiteitskaarten van eigen onderdanen”, aldus N-VA-fractieleider Pieter Helsen. “Dat zorgt voor een bijkomende werklast voor de lokale besturen, wat deze nieuwe taks meteen ook rechtvaardigt. De retributie is onvermijdelijk want andere gemeenten hebben het inmiddels ook al ingevoerd. Het bedrag komt trouwens overeen met de retributies die in onze buurlanden worden gevraagd. De ontvangsten komen volledig aan de gemeenten toe. Het is een gemiste kans.”